Zijn de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals kleding, helmen, handschoenen, veiligheidsbrillen en -schoenen aanwezig, in goede staat (CE-markering) en worden zij gedragen?
Gebaseerd op de risico's dienen de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen, in overleg met de werknemers, gekozen te worden. Persoonlijke beschermingsmiddelen moeten voorzien zijn van de CE-markering. De werkgever moet erop toezien dat de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt worden. De middelen moeten verder schoon en in goede staat gehouden worden.
Tabel 1, afkomstig uit de EG-richtlijn 89/391/EEG, kan hulp bieden bij het selecteren van situaties waarin persoonlijke beschermingsmiddelen nodig zijn.
Tabel 1 Overzicht van werkzaamheden waarbij persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt moeten worden.
Veiligheidshelmen:
- werkzaamheden in de bouw, mijnen, steengroeven, scheepsbouw, slachthuizen, hoogovens, staalfabrieken, smederijen, gieterijen, perserijen, walserijen, industriële ovens, leidingen, apparaten, silo's e.d.;
- werkzaamheden op hoogte, zoals op bruggen, leidingen, palen, torenhoogten, liften, kranen, transportmiddelen e.d.;
- werkzaamheden in schachten, putten en galerijen;
- grondwerkzaamheden en werkzaamheden in rotsen;
- werkzaamheden met explosieven en schiethamers;
- rangeren.
Beschermend schoeisel met ondoordringbare zool:
- werkzaamheden in de bouw, weg- en waterbouw;
- werkzaamheden op stellingen;
- sloopwerkzaamheden.
Beschermend schoeisel zonder ondoordringbare zool:
- werkzaamheden m.b.t. metalen bruggen, constructies, torens, palen, staalfabrieken, smederijen, perserijen, draadfabrieken, walserijen, hoogovens, containers, leidingen, kranen, installaties, ovens, keramische industrie, scheepsbouw e.d.;
- verbouwings- en onderhoudswerkzaamheden;
- werkzaamheden in steengroeven, steen- en glasverwerking, dagbouw;
- werkzaamheden in transport en opslag, rangeren;
- uitoefening van ambachten;
- hantering van diepgevroren vlees en metalen verpakkingen.
Veiligheidsschoeisel met hak of gecompenseerde en ondoordringbare zool:
- dakbedekkingswerkzaamheden.
Veiligheidsschoeisel met thermische isolatiezool:
- werkzaamheden op of met hete of zeer koude massa's.
Gemakkelijk uit te trekken veiligheidsschoeisel:
- in geval van risico van binnendringen van smeltende massa's.
Oog- en gezichtsbescherming:
- las-, schuur-, snij- en verspanende werkzaamheden;
- boor- en afbraamwerkzaamheden;
- werken met schiethamers, spuitinstallaties, persen, lasers;
- steenverwerking;
- verwijderen van scherven;
- hanteren van zuren en alkalineproducten, desinfectiemiddelen en corrosieve reinigingsmiddelen;
- hanteren van smeltende massa's en verblijf in de nabijheid ervan;
- werkzaamheden in een omgeving met stralingswarmte.
Adembescherming:
- werkzaamheden in containers, koelinstallaties, putten, riolen, nauwe ruimten, en met gas verwarmde ovens met risico's van gasvergiftiging of zuurstofgebrek;
- werkzaamheden aan de ovenmond of in de nabijheid van convertors en gasleidingen van hoogovens;
- schilderen met verfspuit zonder voldoende ventilatie;
- werkzaamheden in de nabijheid van gietpannen;
- werkzaamheden bij het bekleden van ovens en pannen wanneer stof kan vrijkomen.
Gehoorbeschermers:
- gebruik van metaalpersen en persluchtinstallaties;
- heien;
- werkzaamheden van grondpersoneel op luchthavens.
Beschermende uitrusting op het lichaam:
- hanteren van zuren en alkaliën, desinfectiemiddelen en corrosieve reinigingsproducten;
- hanteren van hete massa's of in warme omgeving;
- hanteren van vlak glas;
- zandstralen;
- werkzaamheden in koelruimten.
Moeilijk ontvlambare kleding:
- laswerkzaamheden in kleine ruimten.
Ondoordringbare voorschoten:
- uitbenen en versnijden.
Lederen voorschoten:
- lassen, gieten en smeden.
Mouw ter bescherming van de onderarm:
- uitbenen en versnijden.
Handschoenen:
- laswerkzaamheden;
- contact met koude materialen;
- hanteren van scherpe voorwerpen;
- hanteren in de open lucht van alkaliën en zuren.
Handschoenen van gevlochten metaal:
- uitbenen en versnijden;
- gebruik van messen in de productie en slachthuizen;
- vervangen van messen in snijmachines.
Kleding ter bescherming tegen slechte weersomstandigheden:
- werkzaamheden in de open lucht bij regen of koude.
Veiligheidskleding:
- werkzaamheden waarbij personen bijtijds opgemerkt moeten worden.
Bescherming tegen vallen (veiligheidsharnas):
- werkzaamheden op stellingen;
- monteren van onderdelen op hoogte;
- werkzaamheden op palen.
Bescherming door aanlijnen:
- werkzaamheden op en in op grote hoogte hangende cabines en platformen;
- werkzaamheden in putten en leidingen.
Beschermingsmiddelen voor de huid:
- verwerken van pleistermaterialen;
- looien.
Arbobesluit, artikel 8.1
- Een door de werkgever aan de werknemer ter beschikking gesteld persoonlijk beschermingsmiddel is in overeenstemming met de betreffende bepalingen inzake ontwerp, constructie en gebruik op het gebied van veiligheid en gezondheid, bedoeld in de Verordening (EU) 2016/425 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad (PbEU 2016, L 81) en bedoeld in de Richtlijn (EU) 89/656 van de Raad van 30 november 1989 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor het gebruik op het werk van persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemers (PbEU 1989, L 393).
- In alle gevallen moet een persoonlijk beschermingsmiddel:
- geschikt zijn voor de te vermijden gevaren, zonder zelf een vergroot gevaar in te houden;
- beantwoorden aan de bestaande omstandigheden op de arbeidsplaats;
- afgestemd zijn op de ergonomische eisen en de vereisten met betrekking tot de gezondheid van de werknemers;
- na de nodige aanpassingen geschikt zijn voor de drager.
- Indien verschillende gevaren het tegelijkertijd dragen van meer dan één persoonlijk beschermingsmiddel noodzakelijk maken, zijn deze persoonlijke beschermingsmiddelen op elkaar afgestemd en blijven zij doelmatig tegen het desbetreffende gevaar of de desbetreffende gevaren.
- De keuze van het persoonlijk beschermingsmiddel en de wijze waarop dit gebruikt moet worden, met name wat betreft de duur van het dragen, worden bepaald afhankelijk van de ernst van het gevaar, de frequentie van de blootstelling aan het gevaar en de kenmerken van de arbeidsplaats van iedere werknemer afzonderlijk alsmede van de doelmatigheid van het persoonlijk beschermingsmiddel.
- Een persoonlijk beschermingsmiddel is in beginsel bestemd voor gebruik door één persoon. Indien de omstandigheden vereisen dat een persoonlijk beschermingsmiddel door meer dan één persoon gebruikt wordt, worden doeltreffende maatregelen genomen, opdat een dergelijk gebruik geen gezondheids- of hygiëneproblemen oplevert voor de onderscheiden gebruikers.
- Adequate gegevens over ieder persoonlijk beschermingsmiddel, nodig voor de toepassing van het eerste, tweede, derde en vierde lid, zijn in het bedrijf of de inrichting beschikbaar en worden zonodig doorgegeven.
- Persoonlijke beschermingsmiddelen worden slechts voor de beoogde doeleinden gebruikt.
- Persoonlijke beschermingsmiddelen worden overeenkomstig de gebruiksaanwijzing gebruikt.
Arbobesluit, artikel 8.2
Alvorens een persoonlijk beschermingsmiddel te kiezen maakt de werkgever, in het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, een beoordeling van de uitrusting die hij voornemens is ter beschikking te stellen, ten einde na te gaan in hoeverre deze voldoet aan de in artikel 8.1, eerste, tweede en derde lid, gestelde voorwaarden. Deze beoordeling omvat:
- een risico-inventarisatie en -evaluatie van de gevaren die niet met andere middelen vermeden kunnen worden;
- een omschrijving van de kenmerken die de persoonlijke beschermingsmiddelen moeten bezitten om de onder a vermelde gevaren te kunnen ondervangen, rekening houdend met eventuele gevaarsbronnen die de persoonlijke beschermingsmiddelen zelf kunnen vormen;
- een risico-inventarisatie en -evaluatie van de kenmerken van de desbetreffende persoonlijke beschermingsmiddelen die beschikbaar zijn, vergeleken met de onder b bedoelde kenmerken.
Arbobesluit, artikel 8.3
- Indien gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van een werknemer op de arbeidsplaats aanwezig is of kan ontstaan, zijn voor de werknemers die aan dat gevaar blootstaan of kunnen blootstaan, persoonlijke beschermingsmiddelen in voldoende aantal beschikbaar.
- In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, wordt ervoor gezorgd dat de werknemers de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken.
- Persoonlijke beschermingsmiddelen worden onderhouden, gerepareerd en zindelijk gehouden.
- Ten behoeve van het goed functioneren van persoonlijke beschermingsmiddelen vinden de noodzakelijke vervangingen daarvan plaats.
Warenwetbesluit Persoonlijke beschermingsmiddelen 2018
Hierin is voorgeschreven dat persoonlijke beschermingsmiddelen voorzien moeten zijn van de CE-markering.