08 PAGO en PMO

Vraag: 

Worden medewerkers in de gelegenheid gesteld periodiek deel te nemen aan een Periodiek ArbeidsGezondheidskundig Onderzoek (PAGO) en/of aan een Preventief Medisch Onderzoek (PMO)?

Toetsingscriteria: 

Het ArbeidsGezondheidskundig Onderzoek (AGO) of – als dat vaker gebeurt – Periodiek ArbeidsGezondheidskundig Onderzoek (PAGO) is verankerd in de arbowetgeving.

  • De Arbowet verplicht de werkgever om werknemers periodiek in de gelegenheid te stellen een onderzoek te ondergaan dat erop is gericht om de risico’s die de arbeid voor de gezondheid van de werknemers met zich mee brengt, zoveel mogelijk te voorkómen of te beperken (art. 18). Medewerkers kunnen hiervan op vrijwillige basis gebruik maken.
  • De inhoud van het onderzoek moet zijn afgestemd op de gevaren en risico’s die de arbeid voor de gezondheid van de werknemers kan hebben (Nota van toelichting Arbowet). Zo hoeft bijvoorbeeld het gehoor alleen onderzocht te worden als er in het werk sprake is van geluiddosisniveaus die kunnen leiden tot gehoorschade.
  • Het Arbobesluit stelt dat in bepaalde situaties een arbeidsgezondheidskundig onderzoek aan relevante werknemers moet worden aangeboden, in aanvulling op het (P)AGO conform Arbowet, artikel 18, namelijk aan o.a.
    -  iedere werknemer die voor de eerste keer nachtdienst (min. 1 uur werken tussen 00.00 en 06.00 uur) gaat verrichten (art. 2.43);
    -  iedere werknemer die voor de eerste keer belast wordt met arbeid aan een beeldscherm (art. 5.11);
    -  iedere werknemer die wordt blootgesteld aan een geluiddosisniveau van 80 dB(A) (art. 6.10).

Voorbeelden van (P)AGO’s zijn onderzoeken naar de vroegtijdige effecten door het werken met gevaarlijke stoffen, biologische agentia, trillingen, geluid, zware fysieke belasting en kunstmatige optische straling. De frequentie van deze onderzoeken hangt af van diverse factoren, zoals de hoogte van de blootstelling en de frequentie van blootstelling.

Een PAGO is functie-/risicogebonden (geldt dus niet automatisch voor alle medewerkers) en moet verplicht worden aangeboden als er sprake is van een restrisico (zie de RI&E-rapportage). Het kan ook worden ingezet als tool om vroegtijdige gezondheidsschade te bepalen en om aanvullende maatregelen te nemen ter preventie van het erger worden van die schade.

De (P)AGO moet niet verward worden met een algemene gezondheidsscreening. In de (P)AGO worden alleen díe aspecten van de gezondheid onderzocht die een relatie hebben met de gevaren en risico’s in het werk. Zo zullen bijvoorbeeld bepalingen van het cholesterolgehalte in het bloed en een ECG (hartfilm) vrijwel nooit een verplicht onderdeel van een (P)AGO zijn.

Arbeidsgezondheidskundige onderzoeken zijn op grond van het Arbobesluit en/of Arboregeling verplicht bij:

  • asbest;
  • beeldschermwerk;
  • binnenvaartarbeid;
  • biologische agentia;
  • duikarbeid;
  • geluid;
  • gevaarlijke stoffen;
  • jeugdige werknemers;
  • kunstmatige optische straling;
  • lood;
  • nachtarbeid;
  • onderzoek en biologische grenswaarden;
  • trillingen.

Het Preventief Medisch Onderzoek (PMO) meet hoe gezond en vitaal een werknemer is. Zijn fysieke gezondheid en arbeidgerelateerde risico’s worden in kaart gebracht. Maar ook de psychische gezondheid, leefstijl, weerbaarheid en het werkvermogen. Dit inzicht kan o.a. verkregen worden door bijvoorbeeld gebruik te maken van de volgende instrumenten: PMO-vragenlijst, Health Check, Medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO) of de BPR Toolbox (een instrument dat onderzoek doet naar Bevlogenheid, Productiviteit en Risico’s op lifestyle).

Preventief medisch onderzoek is niet wettelijk geregeld. 

Het begrip is via een leidraad geïntroduceerd vanuit de NVAB (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskundigen). Vanuit die leidraad wordt beoogd vanuit gezondheidsmanagement naast de arbeidsgerelateerde aandachtspunten uit de RI&E (de PAGO-indicaties), meer aandacht te geven aan algemene (potentiële) gezondheidsklachten.

PMO wordt in de leidraad Preventief medisch onderzoek van werkenden (NVAB, juni 2013) gedefinieerd als ”een medisch onderzoek dat bedrijfsmatig wordt aangeboden en uitgevoerd zonder dat er bij een cliënt sprake is van een concrete gezondheidsklacht of van een indicatie voor een gezondheidsrisico of -probleem. Het PMO heeft als doel dit risico of probleem vroegtijdig te onderkennen, te voorkomen of te behandelen of om een cliënt overige handelingsopties aan te kunnen bieden.”

PMO van werkenden betreft het vrijwillig medisch onderzoek van werkenden, de bespreking met de werknemer van de uitslag, en het op basis hiervan geven van adviezen en uitvoering van of verwijzing voor interventies. PMO kan leiden tot een terugkoppeling op groepsniveau aan het bedrijf.

PMO wordt ook wel eens gezien als het overkoepelende begrip van een meer algemeen gezondheidskundig onderzoek en de specifieke arbeidsgezondheidskundige onderzoeken zoals boven omschreven. Dus als verzamelterm voor PAGO’s en PMO’s samen.

PAGO’s en PMO’s zijn  verschillende instrumenten:

PAGO PMO
Wettelijk voorgeschreven Niet op basis van wetgeving

Gericht op specifieke arbeidrisico’s

Niet gebonden aan specifieke arbeidsrisico’s
Alleen voor werknemers die aan die specifieke risico’s blootstaan Voor alle werknemers
Ter voorkoming van gezondheidsschade ten gevolge van het werk Gericht op de toekomstige inzetbaarheid van medewerkers in het algemeen
Deelname: vrijwillig Deelname: vrijwillig
Wetten, regels en normen: 

Arbowet, artikel 18

De werkgever stelt de werknemers periodiek in de gelegenheid een onderzoek te ondergaan, dat erop is gericht de risico's die de arbeid voor de gezondheid van de werknemers met zich brengt zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Arbobesluit, artikel 1.38 Arbeidsgezondheidskundig onderzoek (jeugdige werknemers)

In aanvulling op artikel 18 van de wet worden jeugdige werknemers in de gelegenheid gesteld om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan, zodra uit de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 1.36, blijkt, dat jeugdige werknemers arbeid moeten verrichten waaraan specifieke gevaren, met name voor arbeidsongevallen als gevolg van het gebrek aan werkervaring, het niet goed kunnen inschatten van gevaren en het niet voltooid zijn van de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van de jeugdige werknemer, zijn verbonden.

Arbobesluit, 2.43 Arbeidsgezondheidskundig onderzoek (nachtdienst)

  1. Iedere werknemer die voor de eerste keer arbeid in nachtdienst gaat verrichten wordt, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om vóór de aanvang van die arbeid een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

Arbobesluit, 2.45 Arbeidsgezondheidskundig onderzoek binnenvaart

Iedere werknemer die arbeid verricht aan boord van een schip dat in de binnenvaart wordt ingezet, wordt, in aanvulling op artikel 18 van de wet, jaarlijks in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

Arbobesluit, 4.10a Onderzoek (gevaarlijke stoffen)

  1. Iedere werknemer die voor de eerste keer kan worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, wordt, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om vóór de aanvang van de werkzaamheden waarbij blootstelling kan ontstaan een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.
  2. Indien bij een werknemer een schadelijke invloed op de gezondheid dan wel een aantoonbare ziekte wordt geconstateerd die het gevolg zou kunnen zijn van blootstelling aan gevaarlijke stoffen, worden werknemers, die op soortgelijke wijze zijn blootgesteld, tussentijds in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.
  3. Op verzoek van de werkgever of de betrokken werknemer wordt het arbeidsgezondheidskundig onderzoek opnieuw aangeboden, dan wel opnieuw uitgevoerd. De resultaten van het hernieuwde onderzoek treden in de plaats van het daaraan voorafgaande.
  4. De werknemer wordt geïnformeerd over de wijze waarop hij na beëindiging van de blootstelling in de gelegenheid wordt gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.
  5. Alle gegevens die nodig zijn om de blootstelling van de werknemers aan gevaarlijke stoffen te kunnen beoordelen en te kunnen adviseren over de periodiciteit en inhoud van de arbeidsgezondheidskundige onderzoeken, en de te nemen preventieve maatregelen kunnen worden ingezien door de deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst.

Arbobesluit, 4.10b Onderzoek en biologische grenswaarden

  1. Iedere werknemer die wordt of kan worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen waarvoor een biologische grenswaarde als bedoeld in artikel 4.1, tweede lid, onderdeel b, is vastgesteld, wordt in de gelegenheid gesteld om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan:
    1. vóór de aanvang van de blootstelling;
    2. bij het overschrijden van de biologische grenswaarde.

Arbobesluit, 4.52 Arbeidsgezondheidskundig onderzoek (asbest)

  1. Zolang de blootstelling aan asbeststof duurt, worden, in aanvulling op artikel 4.10a, derde lid, de betrokken werknemers ten minste éénmaal in de drie jaar opnieuw in de gelegenheid gesteld om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in artikel 4.10a te ondergaan.

Arbobesluit, 4.91 Onderzoek en vaccins (biologische agentia)

  1. Iedere werknemer die is of kan worden blootgesteld aan biologische agentia wordt, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld bij de aanvang van de arbeid waarbij blootstelling kan ontstaan, een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

Arbobesluit, 5.11 Maatregelen met betrekking tot de bescherming van de ogen en het gezichtsvermogen van de werknemers

  1. Iedere werknemer die voor de eerste keer wordt belast met arbeid aan een beeldscherm wordt, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om voor de aanvang van die arbeid en op gezette tijden daarna een passend onderzoek van de ogen en het gezichtsvermogen te ondergaan.

Arbobesluit, 6.10 Audiometrisch onderzoek 

  1. Als uit de resultaten van de beoordeling en meting, bedoeld in artikel 6.7, eerste lid, blijkt dat er voor een werknemer een gezondheidsrisico bestaat, wordt deze werknemer, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek in de vorm van een audiometrisch onderzoek te ondergaan.
  2. Iedere werknemer waarbij de dagelijkse blootstelling aan lawaai hoger is dan 85 dB(A) of de piekgeluidsdruk hoger is dan 140 Pa wordt in de gelegenheid gesteld om periodiek een arbeidsgezondheidskundig onderzoek in de vorm van een audiometrisch onderzoek te ondergaan.
  3. Iedere werknemers waarbij de dagelijkse blootstelling aan lawaai hoger is dan 80 dB(A) of de piekgeluidsdruk hoger is dan 112 Pa wordt in de gelegenheid gesteld om periodiek een arbeidsgezondheidskundig onderzoek in de vorm van een audiometrisch onderzoek te ondergaan, indien uit de beoordeling en meting, bedoeld in artikel 6.7, eerste lid, blijkt dat er een gezondheidsrisico bestaat.

Arbobesluit, 6.11e Arbeidsgezondheidskundig onderzoek inzake trillingen

  1. Iedere werknemer die voor de eerste keer wordt belast met werkzaamheden die blijkens de beoordeling, bedoeld in artikel 6.11b, eerste lid, gevaren kunnen opleveren voor de veiligheid of gezondheid, wordt in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om vóór de aanvang van de werkzaamheden een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.
  2. Indien bij een werknemer een aandoening wordt geconstateerd die het gevolg zou kunnen zijn van blootstelling aan mechanische trillingen, worden werknemers, die op soortgelijke wijze zijn blootgesteld aan mechanische trillingen, tussentijds in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.
  3. Op verzoek van de werkgever of de betrokken werknemer wordt het arbeidsgezondheidskundig onderzoek opnieuw uitgevoerd. De resultaten van het hernieuwde onderzoek treden in de plaats van het daaraan voorafgaande.
  4. Wanneer bij een werknemer als gevolg van blootstelling aan mechanische trillingen een aantoonbare ziekte of een schadelijke invloed op de gezondheid is vastgesteld, wordt hij door de deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst, geïnformeerd over de wijze waarop hij na beëindiging van de blootstelling in de gelegenheid wordt gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

Arbobesluit, 6.12g Arbeidsgezondheidskundig onderzoek (optische straling)

  1. Indien een werknemer is blootgesteld aan optische straling boven de grenswaarden wordt hij, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan. Dit onderzoek wordt ook aangeboden wanneer wordt geconstateerd dat de werknemer aan een herkenbare ziekte lijdt of schadelijke effecten voor zijn gezondheid ondervindt die door een deskundige persoon als bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of een arbodienst worden aangemerkt als het resultaat van blootstelling aan kunstmatige optische straling op het werk.

Arbobesluit, 6.14a Arbeidsgezondheidskundig onderzoek (duikarbeid)

  1. Personen, die worden belast met het verrichten van duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk worden voor de aanvang van die arbeid onderworpen aan een arbeidsgezondheidskundig onderzoek, dat gericht is op de bijzondere gevaren voor de gezondheid, waaraan zij bij de uitoefening van die arbeid kunnen blootstaan.

Arboregeling, 4.20b Controle van lood in het bloed

  1. Het arbeidsgezondheidskundig onderzoek, bedoeld in artikel 4.10b, eerste lid, van het besluit, wordt de werknemers ten minste eenmaal per jaar aangeboden.
Vraagtype: 
Beleidsvraag