2.6 Werken in een besloten ruimte

Algemeen 

Definitie van besloten ruimte

Een besloten ruimte is een gesloten of deels open omgeving, met een mogelijk vernauwde toegang. Een besloten ruimte is niet ontworpen voor het verblijf van personen. Daarnaast bieden de ruimten vaak beperkte bewegingsruimte, beperkte toegankelijkheid en is sprake van beperkte vluchtwegen.

Voorbeelden van besloten ruimten

  • tanks, waaronder brandstoftanks;
  • reactieketels en opslagtanks in bijvoorbeeld de (petro)chemische industrie;
  • kruipruimten;
  • leidingkelders;
  • silo’s;
  • kruipruimten onder gebouwen;
  • mestkelders en giertanks op agrarische bedrijven;
  • rioleringsstelsels;
  • gemalen;
  • sleuven met pijpleidingen;
  • werkputten (openbare werken);
  • dubbele wanden en sommige andere ruimten op schepen, bijvoorbeeld boegschroefruimten;
  • zijbeunen/dubbele bodems;
  • ladingruimten open of afsluitbaar, voor containers/stukgoed/bulk;
  • stuurmachineruimten;
  • tankwagens voor vervoer van vloeistoffen, vaste stoffen en gassen;
  • dubbele wanden en sommige andere ruimten op schepen, bijvoorbeeld voorpiekruimten of ballasttanks;
  • gegaste boxcontainers;
  • tankwagens voor vervoer van vloeistoffen, vaste stoffen en gassen. 

Besloten ruimten komen in vele bedrijfstakken voor, in industriële gebouwen en ook in woningen.

Belangrijkste risico’s

De belangrijkste risico’s bij het betreden van en werken in een besloten ruimte zijn:

  • verstikkingsrisico (door gebrek aan zuurstof);
  • gezondheidsrisico’s door blootstelling aan gevaarlijke stoffen;
  • brand- en explosiegevaar (gas- of stofexplosies);
  • biologische agentia;
  • bewegende delen;
  • uitglijden, struikelen over obstakels en getroffen worden door vallende voorwerpen;
  • gevaren van elektriciteit: elektrocutie;
  • volumevergroting inert gas;
  • warmteziekte door blootstelling aan hitte in een besloten ruimte;
  • lawaai;
  • fysieke belasting;
  • slechte toegankelijkheid;
  • werkdruk;
  • andere risico’s, zoals vallen (in diepte of van hoogte), stoten, knel- en pletgevaar, verdrinken. 

Bij het werken in besloten ruimten geldt in de meeste gevallen dat van de genoemde risico’s er verscheidene tegelijkertijd kunnen optreden.

Besloten ruimten zijn onder normale omstandigheden van de omgeving afgesloten, maar worden toch regelmatig betreden voor inspecties, reparaties, schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden.

Beheersmaatregelen

Risico-inventarisatie- en evaluatie

In Nederland wordt over het algemeen op basis van de kenmerken van de afmeting van de ruimte vastgesteld of betreding veilig is. Daarbij dient te worden voldaan aan de volgende criteria:

  • De zuurstofconcentratie dient te liggen tussen 18 volumeprocent (daaronder is sprake van verstikkingsgevaar) en 21 volumeprocent (daarboven geldt een toename van het explosiegevaar).
  • De concentratie van brandbare of explosieve gassen mag niet hoger zijn dan 10 procent van de onderste explosiegrens (LEL). Anders is sprake van explosiegevaar.
  • De concentratie van gassen, dampen of stof mag niet hoger zijn dan de publieke grenswaarde, voorheen MAC (voor CO niet groter dan 10 ppm).

Wanneer aan een van deze criteria niet kan worden voldaan, mag de ruimte alleen betreden worden met gebruikmaking van onafhankelijke ademhalingsbeschermingsmiddelen. Daarbij is de luchttoevoer onafhankelijk van de atmosfeer in de ruimte.

Bovendien worden beoordeeld:

  • de temperatuur in de besloten ruimte (mag niet hoger zijn dan 40ºC);
  • toegankelijkheid van de ruimte (grootte mangat bij reddingsoperaties);
  • aanwezige bewegende delen;
  • gevaar van vallen, uitglijden en vallende voorwerpen, bij met name het werken op hoogte in de besloten ruimte (steigers en/of ladders);
  • de werkzaamheden die uitgevoerd gaan worden.