1.12 COVID-19

Inleiding Module COVID-19: Zijn maatregelen zinvol? Hoe deze te beoordelen?

Bij het uitbreken van de Coronapandemie reageerde men als volgt:

  • Eerst vanuit de neiging onze kop in het zand te steken, zoals struisvogels dat doen met de gedachte ‘het valt wel mee, de ver van mijn bed show’.
  • Toen het behoorlijk heftig werd, hadden we moeite een evenwichtig protocol op te stellen en dat snel in te voeren, we moesten immers ‘varen in de mist’.
  • Daarna reageerden we sterk vanuit angst en mediadruk, waarbij het Outbreak Management Team (OMT) en andere groeperingen (bijv. de medisch specialisten, onderwijskundigen) met niet altijd evenveel virologische kennisachtergrond een sterk sturende rol speelden. De politiek leek de regie niet te hebben, motto: ‘we weten het niet, dus dan maar better safe than sorry’.
  • Tot slot kwam er een min of meer duidelijke situatie met min of meer duidelijke afspraken en maatregelen, kortom: ‘we hebben de regie’.

Hiervan kunnen we leren voor toekomstige epidemieën, want die komen er zeker aan! Door de korte reistijden in het intercontinentale verkeer worden ziektes immers al overgebracht naar andere landen en werelddelen voordat de symptomen tijdens de reis tot uiting komen. De alarmbellen gaan dus vaak te laat af en de maatregelen zijn vervolgens eerst te laat en daarna vaak niet proportioneel. Voor de IMA-methode is hiervoor daarom een speciale Corona-afweging gemaakt:

Zijn maatregelen zinvol? Hoe deze te beoordelen?

Bij een evenwichtig maatregelenpakket wordt een afweging gemaakt tussen de volgende onderdelen:

Risicoverhogende omstandigheden:

D Dichtheid aan mensen
P Aard van de populatie, zoals de kwetsbaarheid van bepaalde groepen
Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan het aantal aanwezige besmette personen of mogelijk besmette personen. Dit is bijvoorbeeld lager in een Coronavrij gebied of in situaties waarin risicopersonen via een strategie geweerd worden, bijvoorbeeld op locaties waar lichaamstemperatuur gemeten wordt en daarnaast goed gescreend wordt (checklist)  inclusief een quarantaineprotocol en voor populaties waarin (het overgrote deel van de) mensen negatief getest zijn.
T Tijd (onderlinge contacttijd)

Risicobeheersende maatregelen:

H Hygiëne (handen, gebruiksvoorwerpen en werkplekken reinigen)
L Luchtverversing en luchtreiniging
M Maskers en overige PBM’s (bijv. handschoenen)
A Afstand tussen mensen
S Schermen/afscherming

Beïnvloedende factor:

Tr De transmissiefactor
NB: wanneer daar meer over bekend

Deze afweging wordt nu niet overal gemaakt. Vaak wordt veel geld binnen bedrijven besteed aan maatregelen die feitelijk nauwelijks een reductie van de overdrachtskans opleveren.

Enkele voorbeelden:

  • Veel schermen in kantoren of bij balies plaatsen die daardoor de luchtdoorstroming en/of luchtverversing in de ruimte verhinderen. De overdracht van grote druppels wordt door de schermen voorkómen, maar de kleine druppeltjes (aërosolen) worden niet afgevoerd en kunnen zich in concentratie opbouwen en juist daardoor voor overdracht zorgen.
  • Eénrichtingsverkeer instellen in gangen en op trappen, terwijl daar de onderlinge contacttijd tussen mensen (en daarmee ook de overdrachtskans) zeer klein is.
  • Buiten mondmaskers dragen.

Beter zou het zijn per locatie een risicoweging uit te voeren en op basis daarvan de geëigende maatregelen te nemen. Met de risico-inventarisatie en -evaluatie kennen we dergelijke wegingsmethodes immers ook.

Bij Corona kan een risicoschatting gemaakt worden op basis van de volgende formule waarin bovenstaande criteria zijn verwerkt:

Per specifieke situatie kan vervolgens bekeken worden welke component(en) moet(en)  worden toegepast om zo de meeste reductie in risico te realiseren. Zo kan een evenwichtige inhoud worden gegeven aan de bekende drie begrippen:

  • Proportionaliteit: staat belang in verhouding tot de inbreuk?
  • Subsidiariteit: is dit de beste manier om het te bereiken of zijn er nog andere manieren?
  • Doeltreffendheid: wordt met de inbreuk het beoogde doel bereikt?